In de zomer van 2024 verscheen een artikel van Michael F. Steger in het Journal of Positive Psychology. Met zijn toestemming geven we hier een verkorte, vertaalde weergave van dit artikel. De link naar het volledige artikel:
https://doi.org/10.1080/17439760.2024.2365259
Michael F. Steger is hoogleraar psychologie aan de Colorado State University. Hij is de oprichter en directeur van het Center for Meaning and Purpose. Zijn onderzoek richt zich op de onderwerpen betekenis, doel in het leven en betekenisvol werk. Hij ontwikkelde de veelgebruikte psychologische maatstaf, de Meaning in Life Questionnaire en de Work and Meaning Inventory.
De bewerking is gemaakt door Jacqueline Boerefijn, redacteur bij het Netwerk Positieve Psychologie
Regeneratieve positieve psychologie:
Een oproep om de wetenschap opnieuw te oriënteren om tegemoet te komen aan de realiteit van de wereld nu.
In zijn presidentiële toespraak van 1998 tot de American Psychological Association riep Martin Seligman op tot ‘een heroriënterende wetenschap die de nadruk legt op het begrijpen en opbouwen van de meest positieve kwaliteiten van een individu’. Oftewel Positieve Psychologie (PP). Sindsdien is er veel aandacht gericht op de ‘positieve kwaliteiten van het individu’. Er is reden om de eerste 25 jaar van PP te vieren.
Toch presenteert dit artikel een dringende oproep om de positieve psychologie zelf te heroriënteren.
Deze tijd van crises en verwarring suggereert ook dat PP tekort is geschoten. Tot nu toe.
Het doel van dit artikel is dan ook om te betogen dat dit jonge veld ontoereikend is in het licht van de realiteit, en dat zonder een nieuwe heroriëntatie alle successen van PP irrelevant en futiel dreigen te worden.
De impact van positieve psychologie
Of het nu gaat om aantallen bestsellers, universitaire cursussen, tijdschriften of onderzoeks-artikelen, de aandacht voor PP is enorm toegenomen. Het is een vakgebied is met diploma’s en tijdschriften met wetenschappelijke impact. We publiceren artikelen over hoe geluk, positieve emoties en andere PP-basiselementen leiden tot gewenste uitkomsten zoals succes, rijkdom, altruïsme en een lang leven.
PP als vakgebied, doet misschien niet expliciet dergelijke beloften, maar mensen kijken niet alleen naar PP voor wetenschappelijke definities, ze willen ook op onderzoek gebaseerde informatie over hoe ze een beter leven kunnen leiden. Dus, naast het meten van onze impact in directe termen van of mensen nu, 25 jaar later, gelukkiger zijn, kunnen we kijken of extra geluk heeft gezorgd voor betere gezondheid, langere levensduur, meer vriendelijkheid, succes en verbeteringen op milieu- en economisch gebied. In ons onderzoek en onze praktijk van PP zouden we kunnen hopen dat we hebben bijgedragen aan een betere wereld. Maar hebben we dat wel gedaan?
Wat is de bredere impact van positieve psychologie?
Ik presenteer gegevens die een periode bestrijken die zo dicht mogelijk bij de oprichting van PP in 1998 begint en het heden in 2023. Voor elk van een reeks welzijnsindicatoren, bronnen en uitkomsten heb ik me alleen gericht op die indicatoren waarvoor meerdere jaren en meerdere continenten vertegenwoordigd waren. De cijfers zijn gegenereerd via The World in Data en zijn niet bedoeld om een definitief overzicht te geven van elk actueel gebied. Ze worden simpelweg gepresenteerd om het idee te onderzoeken of PP – tot nu toe – is geslaagd in zijn primaire doelen of zijn secundaire impliciete sociale contract. We beginnen met het laaghangende fruit voor ons vakgebied, geluk.
Zijn mensen gelukkiger? Indicatoren van geluk
In grootschalige onderzoeken wordt mensen vaak gevraagd hun levenstevredenheid of geluk te beoordelen. En hoewel welzijn niet simpelweg het omgekeerde is van ziek zijn, zal ik het beeld van de vraag of mensen gelukkiger zijn aanvullen met wereldwijde gegevens over psychopathologie.
Hieronder kunnen we zien dat levenstevredenheid een allegaartje is, waarbij sommige landen tevredener lijken en andere minder tevreden dan in 2003.

Figuur 1. Levenstevredenheid in 2003 en 2021. Lichtere tinten duiden op een hogere levenstevredenheid.
Als we daarentegen naar geluk vragen, lijkt het erop dat een groter deel van de wereld gelukkiger is dan voorheen.

Figuur 2. Geluk in 1998 en 2014. Donkere tinten duiden op meer geluk.
De wereld ziet er ook iets minder depressief uit, met deze lichte daling in de prevalentie van depressie in de laatste jaren.

Figuur 3. Depressie van 1998 tot 2019.
En de wereldwijde zelfmoordcijfers zijn gedaald. Verhoudingsgewijs ten opzichte van de wereldbevolking in 1999 (~6 miljard) en 2019 (meer dan 8 miljard), is dit indrukwekkender op basis van het aantal personen per hoofd van de bevolking dan de grafiek laat zien.

Figuur 4. Zelfmoordcijfers voor de hele wereld tussen 1998 en 2019
De wereld is wel iets angstiger dan voorheen.

Figuur 5. Angst in 1998 en 2019. Donkerdere tinten duiden op hogere angst.
En het aantal alcoholgerelateerde stoornissen is gestegen.

Figuur 6. Alcoholgerelateerde stoornissen, verzameld over de hele wereld, 1998–2019.
Zijn mensen gelukkiger geworden sinds Positieve Psychologie (PP) begon? Het antwoord is niet helemaal duidelijk. Het hangt ervan af hoe je geluk meet. Misschien zijn mensen een klein beetje gelukkiger geworden, of misschien juist iets minder gelukkig. PP heeft waarschijnlijk wel enige invloed gehad op het geluk van mensen, maar niet heel veel.
Nemen de bronnen van geluk toe? Geluksinputs
In dit hoofdstuk bekijken we gegevens die een aantal systemische factoren indexeren die verband houden met geluk in de wereld, zoals het leven in stabiele, democratische en vrije samenlevingen die in basisbehoeften kunnen voorzien.
Er zijn nu minder landen die een voorkeur voor democratisch bestuur tonen.

Figuur 7. De index van de democratische cultuur, samengesteld door de Economist Intelligence Unit, toont de voorkeur voor verschillende regeringsvormen, 2006-2023. Donkerblauw duidt op een sterke voorkeur voor democratie, donkerrood duidt op een sterke voorkeur voor niet-democratische regering. En kwalitatief hoogwaardige democratische verkiezingen zijn zeldzamer.

Figuur 8. Index van kiesdemocratie door V-Dem, waarin de donkere kleuren vrije, eerlijke verkiezingen aangeven die zijn gehouden.
Er zijn gemengde resultaten wat betreft de overeenstemming dat de meeste mensen te vertrouwen zijn, waarbij sommige landen het gevoel hebben dat meer vertrouwend en anderen die zich minder vertrouwend voelen.

Figuur 9. Donkere kleuren geven aan dat een groter percentage mensen het eens is met de stelling ‘de meeste mensen zijn te vertrouwen’ (1998–2022).
Mogelijk kan de bestaande toename van vertrouwen in verband worden gebracht met wijdverbreide verbeteringen in de genderongelijkheid, zoals geïllustreerd in Figuur 10 .

Figuur 10. Genderongelijkheid geïndexeerd op reproductieve gezondheid, empowerment en economische status in beschikbare landen, 1998–2021. Lager waarden aanwijzen minder ongelijkheid .
De verschillen in welvaart zijn wereldwijd licht verkleind doordat de mondiale middenklasse is gegroeid, terwijl de rijkste 10% nog steeds meer dan de helft van de wereldwijde welvaart bezit .

Figuur 11. Aandeel van het inkomen ontvangen door de armste 50%, de middelste 40%, de op één na hoogste 9% en de hoogste 1% van de rijken, samengevoegd voor de hele wereld van 1998 tot 2021.
In de Verenigde Staten, de geboorteplaats van PP, is er juist meer ongelijkheid. Daar werd de rijkste 20% iets rijker en de onderste 60% iets armer.

Figuur 12. Aandeel van het inkomen ontvangen door vermogenskwantielen in de Verenigde Staten van Amerika van 1998 tot 2019.
Ten slotte is de ondervoeding tijdens de PP-periode afgenomen, afgezien van een omkering in de meest recente jaren.

Figuur 13. Percentage mensen dat voedsel binnenkrijgt dat onvoldoende energie levert om een gezond leven te leiden, van 2001 tot 2020.
Dus als stabiele, democratische en vrije samenlevingen (die voorzien in de basisbehoeften van hun bevolking) betere omstandigheden bieden voor geluk, zijn er zowel redenen voor pessimisme (democratie) als optimisme (ongelijkheid tussen de seksen, ondervoeding).
Is de wereld een betere plek? Geluksoutputs
Welzijn is negatief gerelateerd aan materialisme en positief gerelateerd aan verbondenheid met de natuur, dus het zou kunnen worden beargumenteerd dat welvaartsverschillen een uitkomst van geluk zijn en de gezondheid van het milieu een bron.
Naarmate ecologische en klimatologische rampen zich verspreiden, lijkt het erop dat het milieu een invloedrijke toekomstige factor van welzijn zal zijn.
Hebben mensen hun activiteiten voldoende aangepast om het milieu te helpen? Zonder een omgeving die leven kan ondersteunen, zullen alle andere aannames over het goede leven fundamenteel zinloos zijn. Een leidende aanname hier is dat een nieuwe PP de uitdaging aan moet gaan om de enorme problemen in de wereld, zoals klimaat- en ecologische crises, op te lossen.
Helaas blijven de koolstofemissies van de fossiele brandstoffenindustrie toenemen.

Figuur 14. Koolstofemissies van fossiele brandstoffen van 1998 tot 2021.
Net als temperaturen.

Figuur 15. Gemiddelde mondiale temperatuur gemeten in graden boven de historische, normale temperaturen, 1998–2022.
En in de meeste landen ter wereld zijn er sinds het begin van PP meer mensen gestorven aan luchtvervuiling (onder de diagonaal).

Figuur 16. Aantal doden door luchtvervuiling in 1990 en 2019. Landen rechtsonder op de gele diagonaal hebben in 2019 meer doden gehad dan in 1990.
De volgende afbeeldingen tonen de verandering in ontbossing ten opzichte van het voorgaande jaar (Figuur 17), waarbij beige en bruin hogere ontbossingspercentages aangeven dan het voorgaande jaar, en groen lagere ontbossingspercentages dan het voorgaande jaar.
Deze grafieken zijn moeilijk te vergelijken zonder dat elk jaar is opgenomen, maar gezien de nadruk op bossen als bolwerken tegen opwarming van de aarde, zouden we hopen dat de hele kaart groen was.

Figuur 17. Jaarlijkse verandering in bosgebied in 2010 (vergeleken met 2009) en 2020 (vergeleken met 2019). Ontbossing wordt aangegeven in beige en donkerbruin, toename van bosgebied wordt aangegeven in lichtgroen.
Gezien het verlies van leefgebied en de verslechterende atmosferische omstandigheden, moeten we verdrietig maar niet verrast zijn als we de enorme verliezen aan vogels in Noord-Amerika zien.

Figuur 18. Afname van vogelpopulaties in Noord-Amerika van 1970 tot 2018, de blauwe pijl geeft 1998 aan. Geschat wordt dat er vandaag de dag 2,9 miljard minder vogels leven dan in 1970, een verlies van 29% (Rosenberg et al., 2019 ) Bron: Adam Smith.
Deze deprimerende cijfers worden vergezeld door dalende waarden sinds het begin van PP op elk continent voor de Living Planet Index. Naarmate de grafiek daalt, dalen ook de aantallen levende dieren op de planeet.

Figuur 19. Afname van de gemonitorde populaties wilde dieren van 1998 tot 2018.
De PP had niet als doel om gezonde lucht te garanderen, dieren en bossen te beschermen of de opwarming van de aarde terug te draaien. PP had als doel om het welzijn van mensen beter te begrijpen en die kennis te verspreiden op manieren die het welzijn kunnen verbeteren. Niet alles in de wereld is slechter en de wereld als geheel is misschien een beetje gelukkiger en minder depressief dan in 1998. Er is echter weinig dat het idee ondersteunt dat gelukkigere mensen zorgen voor een betere wereld. Als geluk weinig tastbaar goed doet, waarom zouden we dan ons best doen om het te promoten? Deze interpretatie kan teleurstellend aanvoelen. Kunnen we mensen en het leven op aarde wel verbeteren? En zo niet, waarom niet?
Stel dat we vinden dat het niet de taak van ons vakgebied is om de wereld te verbeteren, is het dan wel mogelijk om het individuele welzijn in zo’n wereld te verbeteren? Hebben we het idee dat het gebruiken van sterke punten, het ervaren van flow of het beoefenen van mindfulness kan opwegen tegen de omgevingsstress en schade die voortkomt uit politieke, economische, humanitaire, milieu-, uitstervings- of klimaatcrises?
Individueel welzijn als focus
Oorspronkelijk had de PP drie pijlers:
Gewaardeerde subjectieve ervaringen: welzijn, tevredenheid en voldoening (in het verleden); hoop en optimisme (voor de toekomst); en flow en geluk (in het heden).
Positieve individuele eigenschappen: het vermogen tot liefde en roeping, moed, interpersoonlijke vaardigheden, esthetische gevoeligheid, doorzettingsvermogen, vergevingsgezindheid, originaliteit, toekomstgerichtheid, spiritualiteit, hoog talent en wijsheid.
Burgerlijke deugden en de instituties die individuen naar een beter burgerschap bewegen: verantwoordelijkheid, verzorging, altruïsme, beleefdheid, gematigdheid, tolerantie en werkethiek . (Seligman & Csikszentmihalyi, 2000)
Ontnuchterende conclusies over positieve psychologie-zoals-gewoonlijk
Onderzoeks-aandacht is er vooral geweest voor de twee individualistische pijlers, subjectieve ervaringen en eigenschappen.
Zelfs als we aannemen dat ons werk mensen gelukkiger heeft gemaakt en dat die gelukkigere mensen een positief verschil maken bij het oplossen van de crises in de wereld, moeten we concluderen dat het niet genoeg is geweest.
Het is mogelijk dat onze effecten te subtiel zijn, zelfs onder degenen die we bereiken. Creëren we echt zinvolle transformatie en groei bij degenen met wie we werken? Verbeteren we tastbaar hun humeur, hun geest, hun vermogen om anderen lief te hebben en te genezen, om vaste verzorgers te worden van de samenleving, de beschaving en onze planeet? En zelfs als we een dergelijke impact op sommige mensen hebben, is onze impact dan groot genoeg?
Het is alsof we serieus naast elkaar werken in een grote tuin, zorgvuldig zorgend voor de kleine percelen binnen bereik, terwijl bosbranden, tornado’s, overstromingen en woedende menigten hectare na hectare, hectare na hectare aan de randen van de tuin decimeren, steeds dichterbij onze geïsoleerde, kwetsbare planten.
Regeneratieve positieve psychologie
Dit artikel stelt dat we niet zomaar door kunnen gaan met het helpen van individuen alsof onze interventies en aanmoedigingen de crises kunnen weerstaan. Opgeven is ook geen optie. Wij moeten ons vakgebied heroriënteren en de aandacht te verbreden van alleen voor individuen, naar alles om ons heen. Een regeneratieve positieve psychologie is dringend nodig.
Duurzaamheid
In de PP-als-gebruikelijk negeren we systematisch belangrijke factoren van welzijn zoals stabiele en veilige samenlevingen, mooie natuur of drinkbaar water. PP is niet gewend om te oordelen over wereldwijde levensstijlen in termen van hulpbronnenverbruik. We zouden dat positief moeten veranderen.
Duurzaamheidsbenaderingen streven naar een balans tussen het gebruik van hulpbronnen en hun hernieuwbare capaciteit, zodat er voldoende overblijft voor toekomstige generaties. Dit staat in contrast met de traditionele benadering, die leidt tot een versnelde uitputting van hulpbronnen. De huidige consumptie betekent dat we 1,71 aardbollen aan hulpbronnen verbruiken.
Is positieve psychologie een gebruikelijke aanpak of duurzaam?
Het lijkt de moeite waard om te vragen of PP zelf duurzaam is, of dat het een traditionele onderneming is. Dat wil zeggen, verbruikt PP meer middelen dan het genereert als het bezig is met zijn onderzoek, onderwijs, advies, coaching, klinische en organisatorische werk en publieke verspreiding? Omdat ons vakgebied zelden de impact op de wereld onderzoekt, is dit onmogelijk te beantwoorden. Is het algehele voordeel voor de wereld van PP meer, minder of veel minder dan wat PP de wereld kost? Soms proberen we aan te tonen dat PP-interventies de cijfers of het welzijn van studenten verhogen, of het percentage gelukkige werknemers, maar we berekenen zelden de kosten van die programma’s.
Regeneratieve benaderingen
De term ‘regeneratief’ werd aanvankelijk gebruikt voor landbouwpraktijken in de late jaren 70 en vroege jaren 80, in de erkenning dat landbouwsystemen te complex waren om te worden gemodelleerd met simpele input- en outputprocessen. Door simpelweg meer input in landbouwgrond te stoppen, werden de complexe, onderling verbonden natuurlijke systemen verwaarloosd, terwijl deze juist hielpen bij de voedselproductie.
Regeneratieve landbouw biedt een leerzame analogie voor psychologie. Traditionele, gebruikelijke landbouw streeft ernaar de opbrengst van specifieke gewassen te maximaliseren. De intensieve landbouw vereist grote stukken gemakkelijk begaanbaar land voor monoculturen, chemische meststoffen, pesticiden, herbiciden, fungiciden en andere vergiften, en mechanische werktuigen. In deze analogie kan welzijn worden begrepen als de opbrengst of gezondheid van de planten. Stel je rijen maïs voor. De boer wil dat elke maïsplant floreert en winst geeft. De maïs is gelukkig en gezond op een individuele eenheid van analyse.
Het probleem met landbouw-zoals-gebruikelijk is dat om het welzijn van individuele maïs te vergroten, hulpbronnen worden onttrokken en niet aangevuld. Traditionele landbouw schaadt niet alleen de gezondheid van de akker waar gewassen worden verbouwd, het beschadigt ook het omliggende land en de waterwegen waar meststoffen terechtkomen. Bestuivers, wilde planten en dieren ondervinden schade door gifstoffen. Het welzijn van maïs vraagt kosten van nabijgelegen, lokale en verafgelegen systemen (bijvoorbeeld waar kunstmest gewonnen wordt) zonder wederkerigheid.
Om deze analogie door te trekken naar PP, kunnen we ons afvragen of onze focus op individueel welzijn ook de gezondheid van nabijgelegen, lokale en verafgelegen systemen uitput.
Regeneratieve landbouw streeft naar de gezondheid van ecosystemen waar gewassen groeien, in plaats van specifieke planten. Het is gericht op het kweken van passende combinaties van soorten met als doel het stoppen met gif en het verbeteren van de gezondheid van de bodem. In een ideale wereld zouden regeneratieve benadering overal worden gebruikt.
Regeneratieve positieve psychologie
RPP wil zorgen voor gezonde systemen dichtbij en ver weg. Deze systemen kunnen elkaar en de mensen erin helpen. We kunnen investeren in allerlei groepen: mensen, bedrijven, overheid, goede doelen en milieuorganisaties. We willen leren begrijpen hoe deze systemen goed kunnen werken, net zoals we begrijpen hoe mensen gelukkig kunnen zijn. Als we deze systemen gezond maken, helpt dat ook mensen.
Ik pleit voor een regeneratieve positieve psychologie omdat ik geloof dat we een heroriëntatie van onze basisideeën nodig hebben. De basiseenheid van analyse voor RPP zou niet individueel welzijn moeten zijn, maar de groei of achteruitgang van systemen die het leven ondersteunen. We zijn geen klimaatwetenschap of politieke wetenschap, we zijn een psychologische en sociale wetenschap, daarom zullen mensen onvermijdelijk onze focus zijn. We kunnen onze kracht van het begrijpen van mensen behouden terwijl we ons vakgebied nog steeds heroriënteren.
Het onderzoek naar de zin van het leven richt zich op de betekenis die één persoon in één leven ziet. We weten dat mensen met een betekenisvol leven genereus en behulpzaam zijn. We kunnen meer onderzoeken hoe dit samenhangt. We kunnen vragen stellen als: “Hoe hangt de zin in je leven samen met hoe goed de politiek werkt?” of “Voel je je minder goed over je leven als je niet goed voor het milieu zorgt?”
Er is al onderzoek dat laat zien dat mensen met een zinvol leven beter voor het milieu zorgen. Maar we kunnen nog meer doen. We kunnen mensen laten nadenken over hoe hun leven zou veranderen als ze nuttiger zouden zijn voor de systemen die het leven ondersteunen. Of hoe het zou zijn als die systemen zouden instorten.
De drie pijlers van regeneratieve positieve psychologie
RPP zou zich willen richten op het begrijpen van welzijn, inclusief de gezondheid en vitaliteit van levensondersteunende systemen, op het erkennen van de eindigheid van het vermogen van die systemen om de grondstoffen van welzijn te leveren, en op het verlichten van verantwoorde paden voor het koesteren van die systemen. Net zoals positieve psychologie evolueerde naar een grotere complexiteit dan de oorspronkelijke oprichting aangaf, zo zal RPP hopelijk ook veel verder komen dan de ideeën in dit artikel. Hierbij stel ik drie pijlers voor:
Drie pijlers van Regeneratieve Positieve Psychologie
- Breid definities van welzijn uit. Welzijn wordt niet alleen begrepen als de bloei van het individu, maar ook als de gezondheid en groei in capaciteit van de systemen die het individu omvatten.
- Bouw een wetenschap van welzijnssystemen. Het is van vitaal belang om de productie van onderzoek, interventies, educatieve programma’s en organisatorische benaderingen aan te moedigen en te inspireren die expliciet, op zijn minst, de milieu-, sociale en politieke systemen aanpakken die een goed leven in stand houden.
- Genereer kennis over positieve menselijke zorg. Er wordt prioriteit gegeven aan onderzoek, onderwijs en interventies die eigenschappen, houdingen en gedragingen aanmoedigen en cultiveren die individuen positioneren als positieve verzorgers en weldoeners van wederzijds en collectief welzijn, evenals de systemen die dat welzijn ondersteunen.
Conclusie
Wij positieve psychologen zijn dromers. Als we onze verbeelding de vrije loop laten, zouden we idealistische scenario’s kunnen bedenken waarin de rampen van de klimaatcrisis, ongelijkheid in welvaart, autoritarisme en vervuiling worden verholpen. Welk van de twee volgende scenario’s zou het grootste aantal mensen verheffen en hen het hoogst tillen?
(a) zorgen dat iedereen genoeg eten en een huis heeft? Dat mensen niet hoeven te vluchten voor oorlog of honger? Dat er schone lucht en water is? Dat iedereen genoeg geld heeft om kinderen op te voeden? Dat er genoeg natuur en dieren blijven? Dat mensen hun eigen cultuur kunnen houden? Dat mensen niet alleen hoeven te werken voor geld, maar ook leuk werk kunnen doen?
of
(b) Iedereen leren over sterke kanten, positieve emoties, mindfulness, betekenis in het leven, het stellen van doelen, waarden, individuele prestaties, nieuwsgierigheid, dankbaarheid, doorzettingsvermogen enzovoort?
Het goede nieuws: We hoeven niet te kiezen! We kunnen aan allebei werken. We kunnen mensen helpen én de wereld beter maken. Dat is wat we moeten doen.