
Jeanine Mies begon dit jaar een beweging voor vooroplopers in positieve verandering: de WEL-beweging. Hoe kwam ze daartoe? Hoe zette ze die droom om in daden? En wat brengt het initiatief teweeg?
Tijdens mijn reflectie op de WEL-beweging voor dit artikel, viel mijn oog op de enthousiasme-trilogie van sociaal psycholoog Rijn Vogelaar: Flame, Flow, Flood[i]. Hoe die een popster doen schitteren, organisaties succesvol maken en de wereld een stuk mooier. In het kort: het begint bij het olympisch vuur van een organisatie, de flame. Positieve feedback van bijvoorbeeld medewerkers zorgt vervolgens voor flow. En als het enthousiasme zich ook buiten de organisatie verspreidt, ontstaat flood. Deze dynamiek van enthousiasme ziet Rijn Vogelaar in pure vorm aanwezig in de muziek. Is die ook terug te vinden in de oprichting van de WEL-beweging?
Flame: schijnwerper op het opbouwende
Ik was al jaren bezig een boek te schrijven over de aantrekkingskracht van positieve taal: magneetwoorden[ii]. Kunnen we vaker benoemen wat we wél willen in plaats van wat we niet willen? Heel praktisch als het om borden op straat gaat: niet de tekst ‘Geen fietsen plaatsen’, maar ‘Stalling om de hoek’. Maar ook andere omkeringen: wat is de tegenhanger van eenzaamheid, van polarisatie? Welke woorden zijn daarvoor? Ik stond er helemaal achter, maar toch liep ik vast. Gek genoeg, want ik ben schrijver. Ik begon steeds opnieuw. Totdat ik in een coachinggesprek voelde waarom het boek er echt moest komen[iii]. Ik ontdekte de vlam achter de magneetwoorden: je aandacht richten op het positieve gaat over veel meer dan taal. Het gaat over aandacht voor wat we wél willen, wat wél kan, wat wél goed gaat.
Wat zou het heerlijk zijn die vlam aan te wakkeren in de wereld. Wat kunnen we het in deze tijd goed gebruiken. Als antwoord op het cynisme, de moedeloosheid die veel mensen ervaren, het gevoel van machteloosheid. Het negatieve krijgt al te veel aandacht. Dat heeft ook een functie: we moeten gevaren herkennen om te overleven. Problemen zorgen voor urgentie, komen op de agenda, in de publiciteit. Maar het evenwicht is zoek. Een teveel aan negativiteit stemt somber. Het positieve kan een schijnwerper gebruiken. Ik geloof dat je om iets te kunnen veranderen niet alleen ergens tégen moet zijn, maar vooral ergens vóór. Waar wil je naartoe? Vrij naar Socrates: ‘The secret of change is to focus all of your energy not on fighting the old, but on building the new.’
Toen ik die vlam eenmaal had gevonden en voelde branden, liet het boek zich zo schrijven. Binnen twee maanden lag het manuscript bij de uitgever. Maar er was meer. Mijn bedrijf zou bijna 25 jaar bestaan, wat tot bezinning stemde. Hoe wilde ik de komende 15 jaar besteden? En toen was er ineens die call to adventure. Ik was in die periode bij een lezing van natuurbeschermer Jane Goodall over hoop houden. Ik las het boek over het verborgen leiderschap van oudste dochters, van Aike Borghuis. Ik bén een oudste dochter. En ik woonde een presentatie bij van Rutger Bregman over morele ambitie. Alle drie spraken ze me aan op mijn leiderschap, op wat ik kan betekenen, op wat ik nog meer kan doen dan fijn werken als zelfstandig tekstschrijver en trainer. Ik moest op avontuur.
Na een magneetwoordenworkshop heette ik de deelnemers altijd al ‘welkom bij de WEL-beweging’. Nu kwam ik op het idee die WEL-beweging daadwerkelijk op te richten. Want vooroplopers in positieve verandering zijn er volop. Mensen en organisaties die net als ik bewust de aandacht verleggen naar wat wél. Uiteraard de positieve psychologie, met de appreciative inquiry, de verwondering, het werkgeluk, waarderend leiderschap, positief onderwijs, et cetera. Maar ook de positieve gezondheid: hoe kunnen we behalve ziekte tegengaan vooral ook veerkracht bevorderen? De positieve bestuurskunde: waarom leren ambtenaren vooral van wat er misgaat in plaats van wat er goed gaat bij de overheid? De constructieve journalistiek: hoe kunnen we de waan van de dag overstijgen en nieuws opbouwender maken? En verder: klimaatoptimisten, sociaal ondernemers, inclusionisten, veranderbegeleiders, uitkomstgericht werkers, pro-agers. Allemaal fakkeldragers van dezelfde vlam. Ze wisten alleen nog niet dat ze deel uitmaakten van de WEL-beweging.

Flow: mensen aantrekken als een magneet
Tijdens een workshop op een kennisfestival werd ik uitgenodigd mijn droom uit te spreken[iv]. Meteen stond er iemand op in de zaal: ‘Ik doe mee.’ Dat was Saskia Walgemoed, trainer bij het Institute for Positive Health. We maakten contact. Hoe mooi zou het zijn om de WEL-beweging officieel te starten tijdens zo’n zelfde soort festival. Dat werd Het WEL Festival, op 4 juni 2025. Op precies dezelfde plek als waar die workshop was: het voormalige gasfabriekterrein in Deventer. Dat moest zo zijn, daar was het immers begonnen. De plek staat bovendien symbool voor de omkering: van gasfabriek naar energieke eventlocatie. Ik raakte in de flow.
Had ik al eens eerder een festival georganiseerd? Nee. Had ik ervaring met een beweging? Nee. Ik ben maar gewoon begonnen. Zo simpel is het. Begin before you are ready. Door mijn plan hardop uit te spreken, dreef ik mezelf voort. Als je vertelt wat je gaat doen, doe je het ook. Het bekende psychologische principe van ‘consistentie en commitment’ treedt dan in werking. Van het een komt het ander als je Het WEL Festival aankondigt: je hebt een datum nodig, programma, publiek. En dus hulp bij de organisatie, financiering, bekendheid. En als het een plan is waar je echt in gelooft, kun je het met hart en ziel uitdragen, en bereik je mensen.
Ik heb wat dat betreft een enorme moeiteloosheid ervaren, die ook kenmerkend is voor flow. Maandenlang werkte ik hard, ook in het weekend. Pas nu vraag ik me af: hoe hield ik dat vol? Deels op adrenaline, deels op de positieve feedback uit de omgeving. Een sponsor diende zich uit zichzelf aan, media wilden er berichten over plaatsen, de dagvoorzitter (Doortje ’t Hart!) vroeg ‘mag ik meedoen?’, vrienden boden hulp aan, relaties kwamen met workshoptips, sprekers waren coulant met hun tarieven. Bij ieder contact voelde ik de bevestiging dat meer mensen behoefte hebben aan deze beweging. Dat was brandstof.
Zelfs de eventmanager (Marissa Bolink!) die ik had aangetrokken, wilde na verloop van tijd liever onbetaald meedoen. Uit enthousiasme, net als de anderen. Samen losten we met een groot gemak op waar we tegenaan liepen. Een paar voorbeelden.
- Toen we het OV wilden bevorderen, terwijl het festivalterrein ver buiten het centrum lag. We bedachten de eerste etappe van het programma: samen wandelen van station Deventer naar het festival.
- Toen zich festivalgangers meldden die wél heel graag bij het programma wilden zijn, maar geen kaartje konden kopen. Die hebben we gevraagd als vrijwilliger. Want we konden hun hulp goed gebruiken die dag.
- Toen alle podia tot de nok gevuld waren, en er toch nog relevante programma-aanvullingen kwamen. We bedachten een andere werkvorm: 1-op-1-gesprekken, want die konden ook buiten plaatsvinden.
- Toen sommige mensen uit mijn netwerk die dag niet konden komen, maar wel wilden bijdragen. Daarvoor hebben we de WELdoener bedacht: ze konden een ticket sponsoren. Daar hebben we studenten en goede doelen blij mee kunnen maken.
- Toen we het terrein buiten moesten afzetten, maar ik ijzeren hekken niet bij WEL vond passen. Het werd een stoffen vlaggetjeslijn. Meteen een feestelijke ontvangst.
Ging alles vanzelf? Verre van. Ik deed veel voor het eerst: een stichting oprichten, een merknaam deponeren, een huisstijl ontwikkelen, een tickettool vinden, de begroting rondkrijgen… Van een eventbureau kreeg ik de tip op voorhand kaarten te verkopen aan bedrijven. Want met dat budget kon ik alvast gaan rekenen en het programma bouwen. Het klonk heel logisch. Maar mijn telefoontjes liepen op niks uit. Zo leerde ik hoe belangrijk flow was. Deze werkwijze paste niet bij mij. Voor het eerst in mijn zelfstandigenbestaan was ik iets aan het verkopen. Ik liet het los en ging door op vertrouwen.
En toen viel de kaartverkoop tegen. Ik sliep er slecht van. Toen ik erover vertelde aan vrienden, vroegen ze: ‘Wanneer beslis je of het festival doorgaat?’ Bij die confrontatie voelde ik tot in mijn tenen: het gaat door! Op die drive kon ik verder. En waar ik eerder dacht ‘daar gáát mijn pensioen’, verving ik dat door ‘het is de investering waard’ en ‘er komen precies de juiste mensen’. Reframing dus. Ik kon daarmee de promotie weer oppakken zoals ik altijd heb gewerkt: ik geloof erin, ik vertel erover, en ik zie vanzelf wie zich willen aansluiten. Wie ik aantrek, als een magneet.

Flood: 200 festivalgangers, 400 volgers
Het WEL Festival trok 200 bezoekers. Het enthousiasme stroomde voluit. (Kijk vooral naar de aftermovie op wel-beweging.nl.) Er waren vier workshoprondes in zes zalen, twee keynotes. Buiten was er een stretchtent met foodtrucks en dj’s, je kon een ritje maken in de OntmoetMobiel en een bosbad nemen naar Japanse traditie. Het pakte nog mooier uit dan ik al had durven dromen. Voor mij zat de verrassing van de dag in de bezoekers: mensen die open stonden voor ontmoetingen, mensen die zich herkenden in elkaar en in de missie van WEL, mensen die zich laafden aan de positieve ‘vibe’ en de inspiratie uit de workshops. Ze deden zichtbaar energie op om in hun dagelijks werk de schijnwerper te blijven richten op het opbouwende. Het besef dat ieder van ons verschil kan maken, geeft hoop.
Na afloop stroomde mijn LinkedIn-feed over van posts over het festival en de start van de beweging. Zo aanstekelijk werkt positiviteit. Bezoekers wilden het delen. En ook uit de evaluatie sprak het enthousiasme: ‘Ik weet al wie ik meeneem naar de volgende editie!’ Daarmee wordt de flood een feit en komt de beweging in een stroomversnelling. Inmiddels ben ik volop plannen aan het maken voor het vervolg. Wat is een beweging eigenlijk? Ik vertrouw erop dat ook dit op een organische manier vorm krijgt.
Voor mij is het de uitdaging om de vlam te blijven voelen, om de kracht ervan aan te kunnen spreken als het nodig is. Zeker als de WEL-beweging breder bekend raakt dan bij de kring van relatief gelijkgestemden. Hoe bereik ik mensen buiten deze bubbel? Daar roept het positieve soms weerstand op, zo blijkt. Alsof de WEL-beweging uitgaat van een maakbare samenleving, dat het een kwestie is van positief blijven denken. Anderen vinden ‘positief’ gelijk staan aan naïef. Alsof we onze ogen sluiten voor de problemen in de wereld. Terwijl het positieve, het opbouwende, volgens mij juist noodzakelijk is vanwége die problemen in de wereld. De klimaatontwrichting, de oorlogen, de ongelijkheid, … ze zijn te groot en te belangrijk om bij de pakken neer te zitten. We kunnen het ons gewoonweg niet permitteren om níet van WEL te zijn. Een pakkende definitie vind ik die van filosoof René Gude: ‘Optimisme betekent niet dat de wereld goed is zoals die is. Ook niet dat het allemaal goedkomt. Optimisme vraagt een actieve houding: de wereld is te verbeteren, te optimeren.’
Daarmee is de cirkel rond. Toen ik de enthousiasme-trilogie voor het eerst in handen kreeg, toonde Rijn Vogelaar me een filmpje. Je kent het vast. Het is van die zonderling die in zijn eentje staat te dansen op een festival. Plotseling sluit er iemand aan. Die eerste volger maakt van een ‘lone nut’ een leider. Ik zag mezelf nooit als leider, maar je kunt op allerlei manieren leiderschap nemen. Ik doe het met de WEL-beweging. Er sluiten steeds meer mensen aan. De teller van de All WEL-nieuwsbrief staat vandaag op 425. Zijn dat er genoeg? Ik hou me vast aan Margaret Mead: ‘Never underestimate the power of a small group of committed people to change the world. In fact, it is the only thing that ever has.’
Jeanine Mies is schrijver, trainer en adviseur in positieve taal. In het verlengde van haar boek ‘Magneetwoorden – ontdek de aantrekkingskracht van positieve taal’ (Haystack, 2024) richtte ze de WEL-beweging op voor vooroplopers in positieve verandering.
[i] Vogelaar, R. De enthousiasme trilogie. Flame, flow, flood. Boom uitgevers, 2014.
[ii] In het Tijdschrift Positieve Psychologie (nummer 3, 2021) verscheen eerder een artikel over magneetwoorden. Zie magneetwoorden.nl.
[iii] Ik volgde het coachingsprogramma Mission Possible van Sigrid van Iersel.
[iv] Dit was tijdens Het Grootste Kennisfestival van Nederland in 2024, bij een workshop Voorelkaarkrijgkunde van Marjolijn Feringa.