Geschiedenis

De positieve psychologie is een nog jonge wetenschap, maar wel één in een lange traditie van vragen over levenskunst. De grote Griekse filosofen hielden zich al bezig met de vraag naar wat geluk is en hoe we geluk kunnen bereiken.

Zo had Socrates het over de invloed die wij hebben op ons eigen gemoed, nam Epicures een hedonistisch perspectief aan met pijn en plezier als maatstaf voor geluk, en stond Aristoteles het ‘goede leven’ voor, deugdzaam en trouw aan je waarden.

In 2000 publiceerden Seligman en Csikzentmihalyi, grondleggers van de positieve psychologie, hun eerste artikel over dit onderwerp. Daarin stelden zij:

Our message is to remind our field that psychology is not just the study of pathology, weakness and damage; it is also the study of strength and virtue.

Seligman en Csikzentmihalyi

Ze waren kritisch op de klassieke psychologie, die een eenzijdige, probleemgerichte benadering kent. De veerkracht en potentie van mensen bleef volgens hen onderbelicht en vroeg om een nieuw geluid.

PP 1.0

In de eerste fase van PP (grofweg van 2000-2010) onderkende men het belang om de positieve aspecten van het menselijk functioneren te onderzoeken, in tegenstelling tot de focus op de negatieve aspecten, wat tot dan toe gebruikelijk was. Er werd veel onderzoek gedaan naar korte toepassingen zoals een dankbaarheidsdagboek en random acts of kindness.

PP 2.0

In de tweede fase (grofweg van 2010-2015, terwijl onderzoek naar de eerste fase doorging) onderkende men dat positieve én negatieve aspecten in het leven verbonden zijn en dat de interpretatie van iets als positief of negatief afhangt van de culturele context en specifieke situaties.

Men onderkende dat de eenzijdige focus op positieve aspecten van het leven, of de schijnbare oppervlakkigheid van sommige toepassingen, ongewenst kan zijn. Dit gold ook voor de ‘illusie van maakbaarheid van geluk’ die erdoor gecreëerd zou worden.

Hoe zit het met het omgaan met negatieve emoties en accepteren van dingen waarover we geen controle hebben?

PP 2.0 focust niet meer alleen op het positieve, maar ook op het negatieve. Niet alleen op hoe we kunnen floreren, maar ook hoe we veerkracht kunnen tonen wanneer het tegenzit. Op hoe we het beste in mensen naar voren kunnen halen, ook in tijden van verlies en beperking. Ook het thema zingeving kreeg een grotere rol.

PP 3.0

De derde fase van PP (grofweg vanaf 2015) focust op welbevinden in meerdere contexten, culturen en vakgebieden, ook buiten de psychologie. In deze fase onderkent men de noodzaak om met meerdere vakgebieden samen te werken, zowel in onderzoek, de praktijk, als in het onderwijs. Die noodzaak bestaat omdat de grote wereldvraagstukken daarom vragen. Het gaat om een algemene beweging om positieve psychologie in een bredere context nuttig te maken dan alleen de focus op het individu.

Positieve psychologie bestaat uit verschillende werelden die elkaar raken, inspireren en soms op verschillende snelheden bewegen. Vanuit de wetenschap wordt er onderzoek gedaan – van theoretisch (wat is geluk?) tot toegepast (welke toepassing vergroot veerkracht?). Dit wordt vertaald naar de praktijk, waarbij soms de genuanceerde boodschappen verloren gaan. Zo wordt positief denken en manifesteren soms gelinkt aan positieve psychologie, terwijl dat niet onderbouwde vormen van wensdenken zijn.

De psychologie richt zich van oudsher meer op het individu, hoewel de positieve psychologie zich de laatste jaren ook meer en meer bewust wordt van ‘de groep’, het floreren van systemen, organisaties, gemeenschappen.
Door sommigen wordt in dit kader al gesproken over PP 4.0 of zelfs 5.0, met een focus op de wereldbevolking en zelfs al het leven op aarde. In het licht van de klimaatcrisis biedt positieve psychologie wellicht handvatten om te werken aan het floreren van alle mensen, wereldwijd, binnen een ecosysteem dat ook floreert.